Nachtbraken
De vrouw is van de stad. Ze is een eind in de dertig. De
Albanese kerel is een stuk jonger, de twee andere mannen,
een Rus en een Nederlander, wat ouder. Ze zitten alle vier
in de kroeg. Ze zitten er al een hele tijd. Ze hebben al
veel gedronken. Ze hebben al meerdere kroegen bezocht.
Drinken we nog iets, zegt de vrouw. Kom, we drinken nog
iets, zegt ze.
Ja, we drinken nog iets, zegt de Rus.
Wie betaalt, vraagt de Nederlander.
Ja, wie betaalt, vraagt de Albaniër.
Ik geef nog een rondje, zegt de vrouw. Ik verjaar ook niet
elke dag.
Jammer genoeg niet, zegt de Rus. De Nederlander en de Albaniër
beginnen te lachen.
Neen, je verjaart niet elke dag, zegt de Nederlander.
Jammer, zegt de Albaniër.
Ober, nog hetzelfde voor ons, roept de vrouw.
Zoals ik zei, je krijgt de hasj voor tachtig frank de gram,
zegt de Nederlander tegen de Rus. Je kunt hem doorverkopen
voor tweehonderd frank. Voor minstens tweehonderd frank,
zegt hij. Tel uit je winst, Igor, zegt hij. Tel uit je winst.
Én je rookt voor niets.
Daar hou ik me niet mee bezig, zegt de Rus. Niks voor mij,
zegt hij.
Tachtig frank, zegt de Nederlander. Tachtig frank de gram,
zegt hij.
De ober bedient het viertal. Ze drinken alle vier bier.
Grote bolle glazen bier. De Rus heft zijn glas op. Op jouw
gezondheid, Eliane, zegt hij. Op jouw gezondheid. En nog
een gelukkige verjaardag.
Drink Igor, zegt de vrouw. En geen gelukkige verjaardag
meer. Het is middernacht door, zegt ze. Mijn verjaardag
is voorbij. Drink. Drink.
Ook de Albaniër heft zijn glas op. Ja, gelukkige verjaardag,
Eliane, zegt hij.
Gelukkige verjaardag, zegt ook de Nederlander.
Drink, zegt de vrouw. En geen gelukkige verjaardag meer.
Mijn verjaardag is voorbij. Die is gelukkig weer eens voorbij.
Drink. Drink. Ze vlijt zich tegen de Albaniër aan.
Zulke ogen als die van jou heb ik nog nooit gezien, Arian,
zegt ze. Zulke mooie ogen. Je hebt de mooiste ogen die ik
ooit gezien heb. De mooiste en de donkerste ogen.
Wat denk je ervan, vraagt de Nederlander aan de Rus. Wat
denk je? Tachtig frank de gram. Tel uit je winst. Daar valt
toch wat op te verdienen. Én je rookt voor niets.
Tel uit je winst.
Niets voor mij, zegt de Rus.
Tel uit je winst, zegt de Nederlander.
Gaan we straks naar de zonsopgang kijken, zegt de Rus. Ik
wil de zonsopgang zien, zegt hij. Mooier dan de zonsopgang
in Kiev zal hij wel niet zijn. Daar heb ik de mooiste zonsopgang
van mijn leven gezien. In Kiev. Ja, in Kiev.
Wat denk jíj ervan, vraagt de Nederlander aan de
Albaniër.
Van wat, vraagt de Albaniër.
Van die hasj, zegt de Nederlander. Aankoopprijs tachtig
frank. Je verkoopt hem voor minstens tweehonderd frank,
zegt hij. Tel uit je winst. Én je rookt voor niets.
Tel uit je winst.
Ik doe niet mee, zegt de Albaniër. Igor, waar is die
kroeg waar ze die goeie wodka hebben, zegt hij tegen de
Rus. Willen we daar naartoe gaan, zegt hij. Wat denken jullie
ervan? Gaan we wodka drinken, zegt hij.
De vrouw klapt in haar handen. Ja, wodka, wodka, wodka,
zegt ze.
Ja, wodka, zegt de Albaniër.
Tachtig frank aankoopprijs, zegt de Nederlander tegen de
Albaniër. Je verkoopt hem voor tweehonderd. Voor minstens
tweehonderd frank. Tachtig frank aankoopprijs, zegt hij.
Tel uit je winst. En je rookt voor niets. Tel uit je winst.
De vrouw klapt in haar handen. Wodka, wodka, wodka, zingt
ze. Wodka, wodka, wodka.
Ja, wodka, zegt de Albaniër.
En daarna de zonsopgang, zegt de Rus. De zonsopgang. Mooier
dan die aan de Zwarte Zee zal hij niet zijn. Daar heb ik
de mooiste zonsopgang van mijn leven gezien. Ik was er op
vakantie. Dáár heb ik de mooiste zonsopgang
van mijn hele leven gezien. Daar aan de Zwarte Zee. Aan
de Zwarte Zee.
De vrouw klapt weer in haar handen. Wodka, wodka, wodka,
zingt ze. Wodka, wodka, wodka. Ze lacht luid.
Wat denk je ervan, zegt de Nederlander tegen de Albaniër.
Tachtig frank de gram.
Ik doe niet mee, zegt de Albaniër. Ik ga dat risico
niet nemen, zegt hij. Ik doe niet mee, zegt hij.
Drinken we nog een bier, stelt de Rus voor.
De vrouw klapt in haar handen. Wodka, wodka, wodka, zingt
ze.
Drinken we nog een bier, zegt de Rus. Ik betaal dit rondje,
zegt hij. Jij hebt genoeg betaald, Eliane, zegt hij. We
drinken er nog een op jouw verjaardag. Op mijn kosten deze
keer.
Wodka, wodka, wodka, zingt de vrouw. Ze slaat haar arm om
de schouder van de Albaniër. Jij hebt de mooiste ogen
die ik in mijn hele leven gezien heb, zegt ze. De mooiste
en de donkerste ogen, zegt ze. Wodka, wodka, wodka, zingt
ze dan weer.
Eerst nog een bier, zegt de Rus.
De vrouw streelt de Albanese jongeman over zijn hoofd. Die
ogen van jou, zegt ze. Die ogen. Zulke mooie ogen heb ik
in mijn hele leven nog nooit gezien, zegt ze. Zulke mooie,
donkere ogen.
Jij ziet dat dus niet zitten, die hasj, Igor, zegt de Nederlander
tegen de Rus.
Daar hou ik me niet mee bezig, Hans, zegt de Rus. Dat is
niets voor mij, zegt hij.
Wodka, wodka, wodka, zingt de vrouw. Ze klapt weer in haar
handen.
En daarna de zonsopgang, zegt de Rus. De zonsopgang. Mooier
dan die die ik aan de Wolga heb gezien, kan hij niet zijn.
Ik was er tijdens mijn legerdienst. Dat was pas een zonsopgang.
De mooiste van heel mijn leven. De zonsopgang aan de Wolga.
Aan de Wolga.
Arian, jij doet het dus ook niet, die hasj, zegt de Nederlander
tegen de Albaniër.
Neen, ik doe niet mee, zegt de Albaniër. Ik doe niet
mee. Ik ben niet geïnteresseerd, Hans, zegt hij.
Wodka, wodka, wodka, zingt de vrouw weer.
Kom, zegt de Albaniër. Kom, we zijn weg.
Het viertal loopt door de stad. De vrouw en de jonge Albaniër
lopen voorop. De vrouw heeft haar arm rond de Albaniër
zijn middel geslagen. Ze zingt. I am your queen for tonight.
But will I have a king tomorrow, zingt ze. De Albaniër
staart voor zich uit.
Ik kan de prijs doen zakken, zegt de Nederlander tegen de
Rus. Als je geïnteresseerd bent, kan ik de prijs doen
zakken. Je krijgt die hasj voor zeventig frank. Zeventig
frank de gram. Lager kan ik niet gaan. Je verkoopt hem voor
tweehonderd vijftig frank. Tel uit je winst. Én je
rookt voor niets. Tel uit je winst.
Dat is niets voor mij, zegt de Rus.
Tel uit je winst, zegt de Nederlander.
De zonsopgang, zegt de Rus. Ik wil de zonsopgang zien. Mooier
dan de zonsopgang in mijn geboortedorp kan die niet zijn.
Daar stond ik in de zomer soms voor op. Daar heb ik meer
dan eens de mooiste zonsopgang van mijn leven gezien. In
mijn geboortedorp. In mijn geboortedorp.
I am your queen for tonight. But will I have a king tomorrow,
zingt de vrouw.
Daar is de kroeg, zegt de Rus. Daar is de wodka.
Wodka, wodka, wodka, zingt de vrouw. Ze stopt met zingen.
Ik denk dat ik moet braken, zegt ze. Ik voel me niet goed,
zegt ze. Ik ga vallen. Arian, neem me vast.
Niet op mij, zegt de Albaniër. Zie dat ze niet op mij
braakt, zegt hij en hij duwt de vrouw van zich af.
Haha, zegt de vrouw, daar had ik je bijna. Ze slaat haar
arm weer rond zijn middel en begint te zingen. I am your
queen for tonight. But will I have a king tomorrow, zingt
ze.
Vijfenzestig, zegt de Nederlander tegen de Rus. Ik verlaag
de prijs tot vijfenzestig. Lager kan ik echt niet.
Nee, ik hou me daar niet mee bezig, zegt de Rus. Dat is
niets voor mij. Daar hou ik me niet mee bezig, zegt hij.
Zestig, zegt de Nederlander. Zestig frank de gram, zegt
hij. Mijn laatste bod. Lager kan ik echt niet gaan.
Daar hou ik me niet mee bezig, Hans, zegt de Rus. Niets
voor mij. Misschien dat ik iemand vind die wel geïnteresseerd
is, zegt hij. Ik zal eens rondvragen, zegt hij. Ik zal rondvragen.
Maar ik beloof niets.
Als je iemand vindt, zit er voor jou ook wat aan vast, zegt
de Nederlander.
De vrouw en de Albaniër staan aan de kroeg. Ze wachten
op de twee anderen. Kom we gaan binnen, zegt de vrouw. Wodka,
zegt ze.
Het is druk, het is lawaaierig, en er hangt veel rook in
de kroeg. Ze vinden gauw een plaats. Drie jonge kerels stappen
net op als het viertal voorbij hun tafeltje komt.
Eindelijk wodka, zegt de vrouw. Eindelijk wodka. Ze vlijt
zich tegen de Albaniër aan. Die ogen van jou, zegt
ze. Die ogen van jou. De mooiste ogen die ik ooit gezien
heb, zegt ze. De mooiste en de donkerste ogen die ik ooit
gezien heb. Ik geef nog een rondje, zegt ze.
Je doet dus niet mee, Arian, zegt de Nederlander tegen de
Albaniër. Ik kan de prijs iets laten zakken.
Neen, zegt de Albaniër. Neen Hans, ik ben niet geïnteresseerd,
zegt hij.
Ben je er zeker van, vraagt de Nederlander. Ik kan de prijs
laten zakken. Ben je er zeker van?
Ik ben niet geïnteresseerd, Hans, zegt de Albaniër.
De Nederlander staat op. Ik ben weg, zegt hij. Igor, denk
eraan. Zestig frank de gram. En er zit ook iets voor jou
aan vast, zegt hij. Met gebogen hoofd loopt hij naar buiten.
Aan de toog draait hij zich om en steekt zijn hand op. Denk
eraan, Igor, er zit ook iets voor jou aan vast, roept hij.
Ik ga ook niet lang meer blijven, zegt de Rus. Wat ga jij
doen, Arian, vraagt hij aan de Albaniër. Ga je mee,
vraagt hij.
De vrouw kijkt de jongeman met opengesperde ogen aan. Wat
ga je doen, Arian, vraagt ze. Ga je met Igor mee of kom
je met mij mee?
De Albanese jongeman twijfelt. Ik ga met Eliane mee, zegt
hij dan. Ik ga met háár mee. Maar eerst nog
drinken, zegt hij. Wodka.
Wodka, wodka, wodka, zingt de vrouw. Ik betaal, zegt ze.
Het is niet elke dag mijn verjaardag. Wodka, wodka, wodka,
zingt ze.
De Rus trekt zijn jas aan. Kom je morgen langs, vraagt hij
aan de Albaniër.
De vrouw kijkt de Albaniër weer met opengesperde ogen
aan.
Ik weet niet, zegt de Albaniër. Ik weet niet of ik
morgen langskom, Igor, zegt hij. Ik zal zien.
De vrouw staat wankelend op. Ik ga naar het toilet, zegt
ze. Even naar het toilet, zegt ze. Waggelend loopt ze naar
het toilet. Onderweg begint ze stilletjes te zingen. I am
your queen for tonight. But will I have a king tomorrow,
zingt ze. Ze lacht. Aan de deur van de toiletten botst ze
tegen een jonge kerel. Ze kijkt in zijn donkere ogen. Pardon,
zegt ze, en ze loopt verder. Ze begint weer stilletjes te
zingen.
De Rus stapt op. Wacht, zegt de Albaniër. Wacht, ik
ga mee. Ik ga toch mee, zegt hij. Hij staat op en trekt
zijn vest aan.
Moet je niets tegen Eliane zeggen, zegt de Rus.
Ik zeg wel iets tegen de ober, zegt de Albaniër. Ik
laat de ober zeggen dat ik me bedacht heb. Kom, we zijn
weg, zegt hij.
Buiten is het nog donker. We gaan naar het kanaal, zegt
de Rus. We gaan naar de zonsopgang kijken, zegt hij. Het
is bijna zover.
We halen eerst nog een fles wijn uit in de nachtwinkel,
zegt de Albaniër.
Prima idee, zegt de Rus. Eerst wijn, en daarna de zonsopgang.
Prima idee, Arian, zegt hij.
De twee verdwijnen in de nacht.
|